Kosa kata

Pelajari Kata Kerja – Belanda

cms/verbs-webp/92207564.webp
rijden
Ze rijden zo snel als ze kunnen.
mengendarai
Mereka mengendarai secepat mungkin.
cms/verbs-webp/93697965.webp
rondrijden
De auto’s rijden in een cirkel rond.
berputar
Mobil berputar dalam lingkaran.
cms/verbs-webp/111160283.webp
voorstellen
Ze stelt zich elke dag iets nieuws voor.
membayangkan
Dia membayangkan sesuatu yang baru setiap hari.
cms/verbs-webp/81885081.webp
aansteken
Hij stak een lucifer aan.
membakar
Dia membakar korek api.
cms/verbs-webp/108286904.webp
drinken
De koeien drinken water uit de rivier.
minum
Sapi-sapi minum air dari sungai.
cms/verbs-webp/73649332.webp
schreeuwen
Als je gehoord wilt worden, moet je je boodschap luid schreeuwen.
berteriak
Jika Anda ingin didengar, Anda harus berteriak pesan Anda dengan keras.
cms/verbs-webp/106088706.webp
opstaan
Ze kan niet meer zelfstandig opstaan.
berdiri
Dia tidak bisa berdiri sendiri lagi.
cms/verbs-webp/124274060.webp
achterlaten
Ze liet een stuk pizza voor me achter.
meninggalkan
Dia meninggalkan seiris pizza untukku.
cms/verbs-webp/32180347.webp
uit elkaar halen
Onze zoon haalt alles uit elkaar!
bongkar
Anak kami membongkar segalanya!
cms/verbs-webp/100965244.webp
naar beneden kijken
Ze kijkt naar beneden het dal in.
menatap ke bawah
Dia menatap ke lembah di bawah.
cms/verbs-webp/57574620.webp
bezorgen
Onze dochter bezorgt kranten tijdens de vakantie.
mengantar
Putri kami mengantar koran selama liburan.
cms/verbs-webp/30314729.webp
stoppen
Ik wil nu stoppen met roken!
berhenti
Saya ingin berhenti merokok mulai sekarang!