Kosa kata

Pelajari Kata Kerja – Belanda

cms/verbs-webp/121264910.webp
snijden
Voor de salade moet je de komkommer snijden.
memotong
Untuk salad, Anda harus memotong timun.
cms/verbs-webp/27076371.webp
toebehoren
Mijn vrouw behoort mij toe.
milik
Istri saya adalah milik saya.
cms/verbs-webp/85677113.webp
gebruiken
Ze gebruikt dagelijks cosmetische producten.
menggunakan
Dia menggunakan produk kosmetik setiap hari.
cms/verbs-webp/45022787.webp
doden
Ik zal de vlieg doden!
membunuh
Aku akan membunuh lalat itu!
cms/verbs-webp/118826642.webp
uitleggen
Opa legt de wereld uit aan zijn kleinzoon.
menjelaskan
Kakek menjelaskan dunia kepada cucunya.
cms/verbs-webp/34567067.webp
zoeken naar
De politie zoekt naar de dader.
mencari
Polisi sedang mencari pelaku.
cms/verbs-webp/41019722.webp
naar huis rijden
Na het winkelen rijden de twee naar huis.
pulang
Setelah berbelanja, mereka berdua pulang.
cms/verbs-webp/62175833.webp
ontdekken
De zeelieden hebben een nieuw land ontdekt.
menemukan
Pelaut telah menemukan tanah baru.
cms/verbs-webp/53064913.webp
sluiten
Ze sluit de gordijnen.
menutup
Dia menutup tirai.
cms/verbs-webp/121870340.webp
rennen
De atleet rent.
berlari
Atlet itu berlari.
cms/verbs-webp/104476632.webp
afwassen
Ik hou niet van afwassen.
mencuci
Saya tidak suka mencuci piring.
cms/verbs-webp/21529020.webp
toelopen
Het meisje loopt naar haar moeder toe.
berlari menuju
Gadis itu berlari menuju ibunya.