Kosa kata

Pelajari Kata Kerja – Belanda

cms/verbs-webp/80060417.webp
wegrijden
Ze rijdt weg in haar auto.
pergi
Dia pergi dengan mobilnya.
cms/verbs-webp/118826642.webp
uitleggen
Opa legt de wereld uit aan zijn kleinzoon.
menjelaskan
Kakek menjelaskan dunia kepada cucunya.
cms/verbs-webp/107273862.webp
verbonden zijn
Alle landen op aarde zijn met elkaar verbonden.
terhubung
Semua negara di Bumi saling terhubung.
cms/verbs-webp/47737573.webp
geïnteresseerd zijn
Ons kind is erg geïnteresseerd in muziek.
tertarik
Anak kami sangat tertarik pada musik.
cms/verbs-webp/91643527.webp
vastzitten
Ik zit vast en kan geen uitweg vinden.
terjebak
Saya terjebak dan tidak bisa menemukan jalan keluar.
cms/verbs-webp/86583061.webp
betalen
Ze betaalde met een creditcard.
membayar
Dia membayar dengan kartu kredit.
cms/verbs-webp/111021565.webp
walgen van
Ze walgde van spinnen.
jijik
Dia jijik pada laba-laba.
cms/verbs-webp/123492574.webp
trainen
Professionele atleten moeten elke dag trainen.
berlatih
Atlet profesional harus berlatih setiap hari.
cms/verbs-webp/100634207.webp
uitleggen
Ze legt hem uit hoe het apparaat werkt.
menjelaskan
Dia menjelaskan kepadanya bagaimana perangkat itu bekerja.
cms/verbs-webp/102167684.webp
vergelijken
Ze vergelijken hun cijfers.
membandingkan
Mereka membandingkan angka mereka.
cms/verbs-webp/40477981.webp
bekend zijn met
Ze is niet bekend met elektriciteit.
kenal
Dia tidak kenal dengan listrik.
cms/verbs-webp/118588204.webp
wachten
Ze wacht op de bus.
menunggu
Dia menunggu bus.