Kosa kata

Pelajari Kata Kerja – Belanda

cms/verbs-webp/107996282.webp
verwijzen
De leraar verwijst naar het voorbeeld op het bord.
merujuk
Guru merujuk pada contoh di papan tulis.
cms/verbs-webp/65915168.webp
ritselen
De bladeren ritselen onder mijn voeten.
berdesir
Daun-daun berdesir di bawah kakiku.
cms/verbs-webp/70864457.webp
brengen
De bezorger brengt het eten.
membawa
Kurir itu membawa makanan.
cms/verbs-webp/67955103.webp
eten
De kippen eten de granen.
makan
Ayam-ayam itu makan biji-bijian.
cms/verbs-webp/15441410.webp
uitspreken
Ze wil zich uitspreken tegen haar vriend.
berbicara
Dia ingin berbicara kepada temannya.
cms/verbs-webp/123170033.webp
failliet gaan
Het bedrijf gaat waarschijnlijk binnenkort failliet.
bangkrut
Bisnis itu mungkin akan bangkrut segera.
cms/verbs-webp/119952533.webp
smaken
Dit smaakt echt goed!
rasa
Ini rasanya sangat enak!
cms/verbs-webp/68779174.webp
vertegenwoordigen
Advocaten vertegenwoordigen hun cliënten in de rechtbank.
mewakili
Pengacara mewakili klien mereka di pengadilan.
cms/verbs-webp/83661912.webp
bereiden
Ze bereiden een heerlijke maaltijd.
mempersiapkan
Mereka mempersiapkan makanan yang lezat.
cms/verbs-webp/132030267.webp
consumeren
Ze consumeert een stukje taart.
mengonsumsi
Dia mengonsumsi sepotong kue.
cms/verbs-webp/111750432.webp
hangen
Ze hangen beide aan een tak.
bergantung
Keduanya bergantung pada cabang.
cms/verbs-webp/58993404.webp
naar huis gaan
Hij gaat na het werk naar huis.
pulang
Dia pulang setelah bekerja.