መዝገበ ቃላት
ተውላጠ ቃላትን ይማሩ - ደችኛ

gisteren
Het regende hard gisteren.
ትናንት
ትናንት በከፍተኛ ዝናብ ዘነጠ።

opnieuw
Ze ontmoetten elkaar opnieuw.
በስራቱ
በስራቱ ገና ተገናኙ።

buiten
We eten vandaag buiten.
ውጭ
ዛሬ ውጭ እንበላለን።

half
Het glas is half leeg.
በግርፋ
በግርፋ ባንዳ ጋዜጠኛ ነው።

nu
Moet ik hem nu bellen?
አሁን
አሁን መደወለው ነውን?

nooit
Men moet nooit opgeven.
ፈጣሪም
ፈጣሪም አይጥፋም።

altijd
Hier was altijd een meer.
ሁሌ
እዚህ ሁሌ ሐይቅ ነበር።

te veel
Het werk wordt me te veel.
በጣም
ሥራው እኔ ላይ በጣም ብዙ ሆኗል።

vaak
Tornado‘s worden niet vaak gezien.
ብዙ
ነጎዶናዎች ብዙ አይታዩም።

even
Deze mensen zijn verschillend, maar even optimistisch!
በኩል
በኩል አስተማማኝነት ሁኔታ ናቸው።

binnenkort
Hier wordt binnenkort een commercieel gebouw geopend.
በቅርብ
በቅርብ ንግድ ህንፃ ይከፈታል።
