词汇
学习副词 – 荷兰语

de hele dag
De moeder moet de hele dag werken.
整天
母亲必须整天工作。

misschien
Ze wil misschien in een ander land wonen.
也许
她也许想住在另一个国家。

buiten
We eten vandaag buiten.
外面
我们今天在外面吃饭。

erop
Hij klimt op het dak en zit erop.
上面
他爬上屋顶坐在上面。

ook
De hond mag ook aan tafel zitten.
也
狗也被允许坐在桌子旁。

bijna
De tank is bijna leeg.
几乎
油箱几乎是空的。

naar beneden
Ze springt naar beneden in het water.
下去
她跳下水里。

samen
We leren samen in een kleine groep.
一起
我们在一个小团体中一起学习。

veel
Ik lees inderdaad veel.
很多
我确实读了很多。

behoorlijk
Ze is behoorlijk slank.
相当
她相当瘦。

naar beneden
Hij valt van boven naar beneden.
下来
他从上面掉了下来。
