Vocabular

Învață verbele – Neerlandeză

cms/verbs-webp/108520089.webp
bevatten
Vis, kaas en melk bevatten veel eiwitten.
conține
Peștele, brânza și laptele conțin multe proteine.
cms/verbs-webp/83661912.webp
bereiden
Ze bereiden een heerlijke maaltijd.
pregăti
Ei pregătesc o masă delicioasă.
cms/verbs-webp/103163608.webp
tellen
Ze telt de munten.
număra
Ea numără monedele.
cms/verbs-webp/85677113.webp
gebruiken
Ze gebruikt dagelijks cosmetische producten.
folosi
Ea folosește produse cosmetice zilnic.
cms/verbs-webp/81740345.webp
samenvatten
Je moet de belangrijkste punten uit deze tekst samenvatten.
rezuma
Trebuie să rezumezi punctele cheie din acest text.
cms/verbs-webp/128159501.webp
mengen
Verschillende ingrediënten moeten worden gemengd.
amesteca
Diverse ingrediente trebuie amestecate.
cms/verbs-webp/122153910.webp
verdelen
Ze verdelen het huishoudelijk werk onder elkaar.
împărți
Ei își împart treburile casnice între ei.
cms/verbs-webp/103719050.webp
ontwikkelen
Ze ontwikkelen een nieuwe strategie.
dezvolta
Ei dezvoltă o nouă strategie.
cms/verbs-webp/22225381.webp
vertrekken
Het schip vertrekt uit de haven.
pleca
Nava pleacă din port.
cms/verbs-webp/55788145.webp
bedekken
Het kind bedekt zijn oren.
acoperi
Copilul își acoperă urechile.
cms/verbs-webp/66787660.webp
schilderen
Ik wil mijn appartement schilderen.
picta
Vreau să-mi pictez apartamentul.
cms/verbs-webp/83548990.webp
terugkomen
De boemerang kwam terug.
reveni
Bumerangul a revenit.