Testen 94



Datum:
Tijd besteed aan testen::
Score:


Wed May 21, 2025

0/10

Klik op een woord
1. Ik schrijf een woord.
Eu uma palavra.   See hint
2. Drink je alcohol?
Você álcool?   See hint
3. De kinderen ruimen de kinderkamer op.
As crianças o quarto das crianças.   See hint
4. Zullen we naar het strand gaan?
à praia?   See hint
5. Een limonade, alstublieft.
Uma , por favor.   See hint
6. Wanneer rijdt er een bus naar het centrum van de stad?
Quando sai ônibus para o centro da cidade?   See hint
7. Waar is de Dom?
Onde a catedral?   See hint
8. zevenenveertig
quarenta sete   See hint
9. Ik heb een kast en een commode nodig.
preciso de um armário e de uma cômoda.   See hint
10. Hij draagt ook een sjaal om zijn nek.
Ele também um cachecol no pescoço.   See hint