Testen 94



Datum:
Tijd besteed aan testen::
Score:


Mon Jul 07, 2025

0/10

Klik op een woord
1. Ik schrijf een woord.
(Aš) rašau ,   See hint
2. Drink je alcohol?
Ar geri alkoholį?   See hint
3. De kinderen ruimen de kinderkamer op.
Vaikai vaikų kambarį.   See hint
4. Zullen we naar het strand gaan?
Gal nuvažiuokime paplūdimio?   See hint
5. Een limonade, alstublieft.
Prašau ,   See hint
6. Wanneer rijdt er een bus naar het centrum van de stad?
Kada važiuoja į miesto centrą?   See hint
7. Waar is de Dom?
Kur katedra?   See hint
8. zevenenveertig
keturiasdešimt   See hint
9. Ik heb een kast en een commode nodig.
reikia spintos ir komodos.   See hint
10. Hij draagt ook een sjaal om zijn nek.
Ant kaklo užsirišęs šaliką.   See hint