어휘
형용사 배우기 ̆ 네덜란드어

nutteloos
de nutteloze autospiegel
무용한
무용한 자동차 거울

klaar
de klaarstaande hardlopers
준비된
준비된 선수들

zwart
een zwarte jurk
검은
검은 드레스

inbegrepen
de inbegrepen rietjes
포함된
포함된 빨대

wit
het witte landschap
하얀
하얀 풍경

absoluut
een absoluut genot
절대로
절대적인 즐거움

lokaal
lokaal fruit
안개 낀
안개 낀 공기

zelfgemaakt
de zelfgemaakte aardbeienpunch
직접 만든
직접 만든 딸기주스

absurd
een absurde bril
어리석은
어리석은 안경

bruin
een bruine houten muur
갈색의
갈색의 나무 벽

armzalig
armzalige woningen
가난한
가난한 집
