Kosa kata

Pelajari Kata Kerja – Belanda

cms/verbs-webp/4706191.webp
oefenen
De vrouw beoefent yoga.
berlatih
Wanita itu berlatih yoga.
cms/verbs-webp/80356596.webp
afscheid nemen
De vrouw neemt afscheid.
berpamitan
Wanita itu berpamitan.
cms/verbs-webp/43956783.webp
weglopen
Onze kat is weggelopen.
lari
Kucing kami lari.
cms/verbs-webp/119613462.webp
verwachten
Mijn zus verwacht een kind.
mengharapkan
Adik saya sedang mengharapkan anak.
cms/verbs-webp/110667777.webp
verantwoordelijk zijn voor
De arts is verantwoordelijk voor de therapie.
bertanggung jawab
Dokter bertanggung jawab atas terapi tersebut.
cms/verbs-webp/111615154.webp
terugrijden
De moeder rijdt met de dochter terug naar huis.
mengantarkan
Ibu mengantarkan putrinya pulang ke rumah.
cms/verbs-webp/119404727.webp
doen
Dat had je een uur geleden moeten doen!
melakukan
Anda seharusnya melakukan itu satu jam yang lalu!
cms/verbs-webp/11579442.webp
gooien naar
Ze gooien de bal naar elkaar.
lempar
Mereka saling melempar bola.
cms/verbs-webp/103163608.webp
tellen
Ze telt de munten.
menghitung
Dia menghitung koin-koinnya.
cms/verbs-webp/123648488.webp
langskomen
De artsen komen elke dag bij de patiënt langs.
mampir
Dokter mampir ke pasien setiap hari.
cms/verbs-webp/67955103.webp
eten
De kippen eten de granen.
makan
Ayam-ayam itu makan biji-bijian.
cms/verbs-webp/93150363.webp
wakker worden
Hij is net wakker geworden.
bangun
Dia baru saja bangun.