Kosa kata

Pelajari Kata Kerja – Belanda

cms/verbs-webp/4553290.webp
binnenkomen
Het schip komt de haven binnen.
memasuki
Kapal sedang memasuki pelabuhan.
cms/verbs-webp/116067426.webp
wegrennen
Iedereen rende weg van het vuur.
lari
Semua orang lari dari api.
cms/verbs-webp/85968175.webp
beschadigen
Twee auto’s raakten beschadigd bij het ongeluk.
rusak
Dua mobil rusak dalam kecelakaan.
cms/verbs-webp/87317037.webp
spelen
Het kind speelt liever alleen.
bermain
Anak itu lebih suka bermain sendirian.
cms/verbs-webp/124274060.webp
achterlaten
Ze liet een stuk pizza voor me achter.
meninggalkan
Dia meninggalkan seiris pizza untukku.
cms/verbs-webp/107273862.webp
verbonden zijn
Alle landen op aarde zijn met elkaar verbonden.
terhubung
Semua negara di Bumi saling terhubung.
cms/verbs-webp/41935716.webp
verdwalen
Het is gemakkelijk om in het bos te verdwalen.
tersesat
Mudah tersesat di hutan.
cms/verbs-webp/120762638.webp
vertellen
Ik heb iets belangrijks te vertellen.
katakan
Saya punya sesuatu yang penting untuk dikatakan kepada Anda.
cms/verbs-webp/53064913.webp
sluiten
Ze sluit de gordijnen.
menutup
Dia menutup tirai.
cms/verbs-webp/123213401.webp
haten
De twee jongens haten elkaar.
membenci
Kedua anak laki-laki itu saling membenci.
cms/verbs-webp/106622465.webp
zitten
Ze zit bij de zee tijdens zonsondergang.
duduk
Dia duduk di tepi laut saat matahari terbenam.
cms/verbs-webp/21342345.webp
leuk vinden
Het kind vindt het nieuwe speelgoed leuk.
menyukai
Anak itu menyukai mainan baru.