Kosa kata

Pelajari Kata Kerja – Belanda

cms/verbs-webp/118549726.webp
controleren
De tandarts controleert de tanden.
memeriksa
Dokter gigi memeriksa gigi.
cms/verbs-webp/96586059.webp
ontslaan
De baas heeft hem ontslagen.
memecat
Bos telah memecatnya.
cms/verbs-webp/113248427.webp
winnen
Hij probeert te winnen met schaken.
menang
Dia mencoba menang dalam catur.
cms/verbs-webp/122470941.webp
sturen
Ik heb je een bericht gestuurd.
mengirim
Saya mengirimkan Anda sebuah pesan.
cms/verbs-webp/84476170.webp
eisen
Hij eiste compensatie van de persoon waarmee hij een ongeluk had.
menuntut
Dia menuntut kompensasi dari orang yang dia alami kecelakaan dengannya.
cms/verbs-webp/85968175.webp
beschadigen
Twee auto’s raakten beschadigd bij het ongeluk.
rusak
Dua mobil rusak dalam kecelakaan.
cms/verbs-webp/120015763.webp
naar buiten willen
Het kind wil naar buiten.
ingin keluar
Anak itu ingin keluar.
cms/verbs-webp/32180347.webp
uit elkaar halen
Onze zoon haalt alles uit elkaar!
bongkar
Anak kami membongkar segalanya!
cms/verbs-webp/125400489.webp
verlaten
Toeristen verlaten het strand rond de middag.
meninggalkan
Turis meninggalkan pantai pada tengah hari.
cms/verbs-webp/117491447.webp
afhangen van
Hij is blind en is afhankelijk van hulp van buitenaf.
bergantung
Dia buta dan bergantung pada bantuan dari luar.
cms/verbs-webp/33688289.webp
binnenlaten
Men moet nooit vreemden binnenlaten.
membiarkan masuk
Seseorang tidak boleh membiarkan orang asing masuk.
cms/verbs-webp/120978676.webp
afbranden
Het vuur zal een groot deel van het bos afbranden.
membakar
Api akan membakar banyak hutan.