Ordliste
Lær adjektiver – Nederlandsk

minderjarig
een minderjarig meisje
minderårig
en mindreårig pige

helder
helder water
klar
klart vand

gesloten
de gesloten deur
lukket
den lukkede dør

negatief
het negatieve nieuws
negativ
den negative nyhed

vertraagd
het verlate vertrek
forsinket
den forsinkede afgang

afgehandeld
de afgehandelde sneeuwruiming
udført
den udførte snerydning

onwaarschijnlijk
een onwaarschijnlijke worp
usandsynlig
et usandsynligt kast

ongewoon
ongewone paddenstoelen
usædvanlig
usædvanlige svampe

zwart
een zwarte jurk
sort
en sort kjole

eenzaam
de eenzame weduwnaar
ensom
den ensomme enkemand

nationaal
de nationale vlaggen
national
de nationale flag
