Vocabulari
Aprèn adjectius – neerlandès

onbekend
de onbekende hacker
desconegut
el hacker desconegut

eenzaam
de eenzame weduwnaar
solitari
el vidu solitari

vrijgezel
de vrijgezelle man
solter
l‘home solter

weinig
weinig eten
poc
poc menjar

derde
een derde oog
tercer
un tercer ull

helder
helder water
clar
aigua clara

levendig
levendige huisgevels
vivent
façanes vives

voorste
de voorste rij
davant
la fila davantera

inheems
de inheemse groente
local
la verdura local

bewolkt
de bewolkte hemel
ennuvolat
el cel ennuvolat

kreupel
een kreupel man
coix
un home coix
