Testen 4



Datum:
Tijd besteed aan testen::
Score:


Thu Nov 27, 2025

0/10

Klik op een woord
1. de man
hombre   See hint
2. zeven, acht, negen
siete, , nueve   See hint
3. Zij werkt op kantoor.
Ella trabaja en una ,   See hint
4. Wie doet de afwas?
¿Quién lava la ,   See hint
5. Hoe kom ik bij de luchthaven?
, se va al aeropuerto?   See hint
6. Ik wil graag iets wat niet lang duurt.
Querría algo no tarde mucho.   See hint
7. Welke bus rijdt er naar het centrum?
¿Qué autobús va centro?   See hint
8. Waar moet ik overstappen?
, debo hacer trasbordo / cambiar?   See hint
9. Hoe lang duurt de rondleiding?
¿Cuánto tiempo dura visita guiada?   See hint
10. Wil je een plattegrond meenemen?
¿Quieres llevar un mapa carreteras?   See hint