어휘
형용사 배우기 ̆ 네덜란드어
gezouten
gezouten pinda‘s
소금을 뿌린
소금을 뿌린 땅콩
kleurloos
de kleurloze badkamer
무색의
무색의 화장실
onmogelijk
een onmogelijke toegang
논리적인
논리적인 배열
failliet
de failliete persoon
파산한
파산한 사람
hedendaags
de hedendaagse kranten
오늘의
오늘의 신문
centraal
het centrale marktplein
중앙의
중앙의 시장 광장
steil
de steile berg
가파른
가파른 산
armzalig
armzalige woningen
가난한
가난한 집
eerlijk
de eerlijke eed
솔직한
솔직한 맹세
krachteloos
de krachteloze man
기운 없는
기운 없는 남자
dom
een domme vrouw
멍청한
멍청한 여자