Testen 70



Datum:
Tijd besteed aan testen::
Score:


Sat Oct 11, 2025

0/10

Klik op een woord
1. Zij spreekt Spaans.
Ŝi parolas hispanan.   See hint
2. maart
3. Het is warm vandaag.
varmas.   See hint
4. Ik kan ze goed verstaan.
povas ilin bone kompreni.   See hint
5. Is er hier in de buurt een jeugdherberg?
Ĉu proksime junulargastejo?   See hint
6. Wanneer vertrekt de trein?
Kiam la forveturos?   See hint
7. Uw papieren, alstublieft.
Viajn dokumentojn, petas.   See hint
8. Waar is de kassa?
Kie la kasejo?   See hint
9. Ik wil naar de krantenwinkel.
Mi volas al la gazetvendejo.   See hint
10. De dokter komt er zo aan.
La kuracisto venos.   See hint